Ons kantoor staat vaak cliënten bij in aandeelhoudersgeschillen. Wij proberen dan meestal eerst om een oplossing buiten de rechter om te bereiken. Soms lukt dat en bereiken partijen een schikking die vervolgens schriftelijk wordt vastgelegd. Soms komen partijen er echter niet uit en moet er worden geprocedeerd. Dat het bij onderhandelingen over een eventuele schikking zinvol is om punten uit die mondelinge schikking schriftelijk (bijvoorbeeld per e-mail) te bevestigen, voordat de inhoud daarvan in een schriftelijke vaststellingsovereenkomst (VSO) wordt vastgelegd en getekend, blijkt uit een recente kort geding uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.

In die zaak stond kantoor een minderheidsaandeelhouder bij, die geconfronteerd werd met een medebestuurder en aandeelhouder die op onrechtmatige wijze concurrentie aanging met de vennootschap waarin men een belang had. Bemiddeling door kantoor leverde uiteindelijk een (mondelinge) schikking op, waaronder cliënte zijn aandelen zou overdragen tegen betaling van de overeengekomen koopsom. De onderdelen van de schikking waren kort schriftelijk per e-mail bevestigd maar nog niet uitgewerkt in een VSO. De schikking (en concreet medewerking aan onderhandeling en afwikkeling van de tekst van de VSO) werd vervolgens niet nagekomen door de wederpartij. Aan de kort geding rechter werd de vraag voorgelegd of de mondelinge schikking als VSO moest worden gezien en nagekomen moest worden door de wederpartij, ondanks het feit dat een getekende VSO ontbrak.

De kort geding rechter oordeelde in lijn met het standpunt van kantoor dat mondelinge schikking moest worden nagekomen, waarbij men oordeelde dat er wilsovereenstemming bestond op vrijwel alle voor de totstandkoming van een overeenkomst essentiële punten, zodat daarmee volgens de rechter een perfecte overeenkomst tot stand was gekomen, ook als deze nog in een simpele schriftelijke vaststellingsovereenkomst met randvoorwaarden neergelegd moest worden. De rechter achtte het daarbij van doorslaggevend belang dat er door de wederpartij geen enkele (mondelinge of schriftelijke) voorbehouden waren bedongen.

Eerder werd er door het Gerechtshof in Den Haag in dezelfde lijn geoordeeld ten aanzien van mondelinge overeenstemming over hoofdpunten die schriftelijk in e-mails lag besloten. Daarin oordeelde het Gerechtshof dat nakoming van diezelfde e-mails kan worden afgedwongen zonder dat deze nader in een addendum of vaststellingsovereenkomst waren vastgelegd, nu niet nodig is dat partijen overeenstemming hebben over alle randvoorwaarden. Het Hof was van mening was dat er reeds volledige overeenstemming bestond.

Het is dus van groot belang om mondelinge schikkingsafspraken goed vast te leggen en in ieder geval direct te bevestigen, ook als een en ander nog uitgewerkt moet worden in een nadere overeenkomst of VSO.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of heeft u een aandeelhoudersgeschil, en heeft u behoefte aan deskundig advies? Neem gerust contact met ons op, wij helpen u graag!