Het staat een aandeelhouder niet zomaar vrij om te concurreren met de vennootschap waar zij in deelneemt of om relaties of klanten van de vennootschap te gaan bedienen. Daar is toestemming voor nodig van het bestuur of dit moet contractueel toegestaan zijn.
Als aandeelhouder van een besloten vennootschap dient men het belang van de vennootschap en elkaars belangen in acht te nemen. Uit artikel 2:8 BW vloeit voort dat een rechtspersoon, haar leden of aandeelhouders zich jegens elkaar moeten gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid worden gevorderd. Partijen dienen het vennootschappelijk belang te laten prevaleren boven hun eigen belang. Uit de aard van de vennootschapsrechtelijke verhoudingen en de maatstaven van billijkheid volgt dat het (indirecte) bestuurders van een rechtspersoon niet vrijstaat die vennootschap te beconcurreren of haar relaties te ontfutselen. De omstandigheid dat niet uitdrukkelijk een concurrentie- of relatiebeding is overeengekomen, maakt dit niet anders.
Corporate opportunity
Als zich voor de vennootschap een mogelijkheid voordoet om een zakelijke activiteit te ontplooien die past binnen het kader van haar bedrijfsvoering, en waarvan kenbaar is dat de vennootschap daar een redelijk belang bij heeft of zou kunnen hebben, is er sprake van een corporate opportunity. Wanneer een aandeelhouder zich een corporate opportunity toe-eigent buiten de vennootschap om, kan dit in strijd zijn met het vennootschappelijk belang.
Openheid van zaken
Als bovenstaande situatie zich voordoet zijn transparantie en openheid van zaken belangrijk. Dit is van belang voor het inzicht in de bedrijfsmatige activiteiten en de financiële gang van zaken, zoals de (misgelopen) omzet van de vennootschap. Als deze openheid onderling tussen partijen niet gerealiseerd kan worden is het mogelijk om een procedure te starten bij de rechter. Op grond van artikel 843a Rv kan de rechter een partij verzoeken om inzage, afschrift of uittreksel van bepaalde bescheiden. Dit kan ook in kort geding.
Haacker & Van Gastel Advocaten
Ons kantoor heeft onlangs een procedure gevoerd waarbij er sprake was van een aandeelhouder die buiten de vennootschap om – zonder toestemming – klanten had bediend. Het ging hier om een besloten vennootschap met twee aandeelhouders die ieder 50% eigenaar zijn van deze vennootschap. Er was geen aandeelhoudersovereenkomst. In deze kort geding procedure werd staking van de concurrerende werkzaamheden gevorderd evenals opgave van deze werkzaamheden en inkomsten die hiermee zijn gegenereerd. Beide vorderingen zijn toegewezen door de rechter.
Bevindt u zich in de situatie dat uw mede-aandeelhouder concurrerende werkzaamheden verricht of heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem gerust vrijblijvend contact op met mr. Lucien van Gastel (020 – 640 43 60 of vangastel@haackervangastel.nl)