Als bestuurder van een besloten vennootschap met rechtspersoonlijkheid bent u in beginsel niet hoofdelijk aansprakelijk voor schulden die de vennootschap maakt, tenzij er sprake is van wanbeleid of u om andere reden een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Hoe zit dit nu als de bestuurder van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid, zelf ook een vennootschap met rechtspersoonlijkheid is?

Inleiding

Eerder publiceerden wij al artikelen waaruit duidelijk werd dat een bestuurder aansprakelijk gesteld kan worden voor schulden van de vennootschap indien dit hem kan worden toegerekend. Nu is het zo dat veel ondernemers gebruik maken van een holdingstructuur; zij richten een besloten vennootschap op (de holding) die bestuurder wordt van de uitvoerende besloten vennootschap, om zo te omzeilen dat zij hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden en om zichzelf in te dekken. De gedachte hierachter is dat bij wanbeleid het de holding is die aansprakelijk wordt gesteld en niet de persoon achter de holding. Dit gaat echter onder de huidige wetgeving niet zonder meer op.

Rechtspersoon als bestuurder

Uit artikel 2:11 van het Burgerlijk Wetboek volgt dat de aansprakelijkheid van een rechtspersoon tevens hoofdelijk rust op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is (met andere woorden: op de natuurlijke persoon achter de holding). De wetgever heeft hiermee beoogd te voorkomen dat natuurlijke personen aan bestuurdersaansprakelijkheid kunnen ontkomen door simpelweg een holding op te richten en haar bestuurder te maken van de vennootschap. De bepaling stelt geen grens aan het door rechtspersonen heen kijken. Dit houdt dus in dat ook de bestuurder van de holding direct aansprakelijk is bij bestuurdersaansprakelijkheid van de vennootschap.

Onrechtmatige daad

Bij een vordering terzake van bestuurdersaansprakelijkheid wordt de grondslag hiervan vaak gevonden in een onrechtmatige daad, artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek. Tot voor kort was de heersende opvatting dat – voor de aansprakelijkheid van de bestuurder van de holding op grond van onrechtmatige daad – ook bewezen diende te worden dat deze natuurlijke persoon een persoonlijk ernstig verwijt treft ten opzichte van het beleid dat hij of zij heeft gevoerd in zijn / haar holding. Onlangs heeft de Hoge Raad echter geoordeeld dat dit niet het geval is; ook op grond van onrechtmatige daad is het voldoende dat de holding een persoonlijk ernstig verwijt treft (Hoge Raad 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:275). De bestuurder van de holding als natuurlijk persoon is hoofdelijk aansprakelijk voor schulden van de vennootschap.

Met dit arrest lijkt het dus makkelijker te zijn geworden voor schuldeisers om een natuurlijk persoon achter een holding hoofdelijk aansprakelijk te stellen. Het is dus van belang dat u – zeker indien uw vennootschap niet langer aan haar verplichtingen kan voldoen – extra voorzichtig bent met het beleid dat u voert.

Heeft u een vennootschap die in financieel zwaar weer verkeert, maakt u zich zorgen dat u persoonlijk aansprakelijk gesteld kunt worden of heeft u andere vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem gerust contact met ons op, onze juristen helpen u graag.